Onze stagiaire Zaza van de Koppel interviewde voor de zomer van 2021 Leontine Bijleveld, vrouwenrechten expert en voorzitter van de Vereniging voor Vrouw en Recht. Zij is betrokken bij de rechtszaak voor een betere rechtspositie van huishoudelijk werkers. Op 16 december 2021 deed de rechtbank uitspraak in deze zaak: de rechter oordeelde dat thuishulp Carol toch recht heeft op deze WW-uitkering, en dat de Regeling dienstverlening aan huis ervoor zorgde dat zij werd gediscrimineerd ten opzichte van andere werknemers. De uitspraak heeft mogelijk grote gevolgen voor de tienduizenden PGB zorgverleners die nu geen sociaal vangnet hebben. Lees hier meer over de uitspraak. Lees hieronder het gesprek tussen Zaza en Leontine over het belang van deze zaak. 

Wachten op rechtszaak in de strijd om maatschappelijke erkenning voor huishoudelijk werk

In gesprek met Leontine Bijleveld, door Zaza van de Koppel

Ik kan het me niet voorstellen: jarenlang te werken en vervolgens geen recht te hebben op een werkloosheidsuitkering. Toch overkomt dit een hele grote groep vrouwen in Nederland. Zij worden niet als een volwaardige werknemer gezien en lopen daarom vele sociale voorzieningen mis. 

Zo ook Carol, zij verzorgde lange tijd een vrouw aan huis totdat deze overgeplaatst werd naar een verzorgingstehuis en Carol tijdelijk werkloos werd. Een WW uitkering om dit gat op te vangen kreeg ze echter niet. En Carol is hierin niet alleen. Het gaat om een groep van 30.000 zorgverleners en andere huishoudelijke werkers die worden uitgesloten van sociale voorzieningen. De meeste van hen zijn vrouwen. 

“Het verhaal van Carol gaat niet alleen over gender maar ook over klasse en legt pijnlijk bloot wat we op waarde schatten in onze samenleving.” Vertelt Leontine Bijleveld (66), onderzoeker bij het Verdrag van Vrouwenrechten van de Verenigde Naties en bestuurslid van De Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann. “Op de mogelijkheid voor een rechtszaak als deze heb ik zo ontzettend lang zitten wachten, het is niet makkelijk voor vrouwen zo’n rechtszaak aan te gaan, zelfs als ze gesteund worden door gerenommeerde organisaties.”

Carol liet het niet bij haar WW afwijzing zitten; samen met de Vereniging voor Vrouw en Recht en Bureau Clara Wichmann, twee vrouwenrechtenorganisaties, voert zij nu een strategische rechtszaak in het algemeen belang tegen het UWV. Op 4 november staat zij, gesteund door Bureau Clara Wichmann tegenover het UWV in de rechtbank Rotterdam. 

Volgens het UWV heeft Carol geen recht op een uitkering, omdat ze op minder dan vier dagen per week gewerkt zou hebben voor een particulier huishouden. Het UWV beroept zich op de ‘Regeling Dienstverlening aan Huis’, die deze groep werknemers buiten de sociale zekerheid plaatst. Deze regeling is in 2007 uitgebreid om te besparen op PGB-zorgkosten en op de Wmo, door werkgeverslasten uit te sparen. De Regeling staat in verschillende wetten en maakt het mogelijk om een uitzondering te maken – als  dienstverlening aan huis wordt verricht op minder dan 4 dagen  – op de normale regels van het arbeids- en sociale zekerheidsrecht.

“Maar deze Regelings Dienstverlening aan Huis is volkomen onrechtmatig”, vertelt Bijleveld. De regeling is indirect discriminerend en in strijd met internationale verdragen. Bijleveld is als expert betrokken bij de PGB-rechtszaak die Bureau Clara Wichmann ondersteunt en kan als geen ander vertellen over het verhaal van Carol en de onderliggende problemen. Haar kwispelende labrador blijft het hele gesprek rustig liggen en lijkt gewend aan de lange inhoudelijke gesprekken die haar baasje dag in dag uit voert om de rechtspositie van vrouwen in Nederland te verbeteren. 

Wat is precies jouw rol binnen deze rechtszaak? 

‘Mijn rol is eigenlijk tweeledig. In 2010 publiceerde ik samen met Eva Cremers het boek ‘Een baan als alle andere?!’ over de rechtspositie van deeltijd huishoudelijk personeel. Bijna tien jaar later kregen wij een mail van de toenmalige echtgenoot van Carol. Hij had ons boek online gevonden en herkende veel van het onrecht waar zijn vrouw als zorgmedewerkster mee te kampen had. 

Dat is het moment waarop ik Bureau Clara Wichmann heb ingeschakeld. Het klinkt misschien raar, maar dit was precies waar we al die tijd op hebben gewacht: iemand die met ons wilde procederen om aan te kaarten dat dit niet langer kan. Inmiddels zijn we samen een grote principiële rechtzaak aan het voeren waarbij ik naast de inbrenger ook een van de inhoudelijke deskundige ben.’

Waarom is het zo’n grote principiële rechtszaak? 

‘De PGB-zaak gaat eigenlijk om meer dan PGB-zorgverleners alleen. Het gaat om de rechten van alle mensen die in dienst van particulieren in en om het huis werkzaamheden verrichten. Zij zijn al heel lang uitgesloten van een aantal fundamentele rechten. 

Zo doen ze niet mee aan sociale zekerheid en kennen geen ontslagbescherming. Nu is zo’n 90% van de werknemers in deze sector vrouw en het is natuurlijk van de zotte dat die zomaar worden uitgezonderd van de rechten die andere werknemers wel hebben.’ In ons boek tonen we aan dat er voor deze indirecte discriminatie geen rechtvaardiging is. De uitzonderingspositie is strijdig met internationale verdragen.

Aan wat voor personeel moet ik dan denken, dat uitgezonderd wordt van dat soort rechten? 

‘De meeste mensen denken bij huishoudelijk personeel aan een werkster, maar het gaat dus ook over delen van de gesubsidieerde thuiszorg. In die zin is het dus een soort semi-publieke sector. Dat maakt het ook zo bijzonder; daarom hebben we het de PGB-zaak genoemd. 

Het is niet voor niets dat juist het huishoudelijk werk is zo slecht geregeld is. Het is typisch dat “vrouwenwerk” op deze manier zo slecht gewaardeerd wordt.’ 

Eigenlijk gaat de zaak dus ook over wat we op waarde schatten als samenleving? 

Bijleveld raakt voor de eerste keer dit gesprek haar koffie aan, drinkt hem in één slok op en bestelt meteen een nieuwe. 

“Ja, inderdaad. De positie van huishoudelijk personeel in Nederland is momenteel op zijn zachtst gezegd beroerd.”

Is het doel van de rechtszaak dan ook om de regeling die dit mogelijk maakt van tafel te vegen? 

‘Ja! Momenteel zijn er binnen verschillende sociale zekerheidswetten uitzonderingsbepalingen, die het mogelijk maken dat je minder sociale zekerheid hebt, als je minder dan vier dagen voor een particulier werkt. Het rare is dat deze uitzonderingen betrekking hebben op mensen die in de thuiszorg werken. Dat is oneigenlijk gebruik van een regeling die sowieso niet deugt bezien vanuit vrouwenrechten perspectief. 

Een huishoudelijke hulp die bijvoorbeeld, per week, voor drie verschillende particulieren, anderhalve dag werkt, heeft dus eigenlijk een grote deeltijdbaan. Maar diegene heeft géén recht op een WW-uitkering!’

Zijn er voorbeelden van landen waar het wel goed geregeld is? 

‘Ja, gelukkig zien we dat het ook anders kan. In Duitsland kunnen al die verschillende dienstverbanden bij elkaar opgeteld worden. We hebben dit uiteraard ook als advies aan de rechtbank meegegeven.’ 

Wat is de volgende juridische stap? 

‘Dat is de zitting die, op zijn vroegst, in september plaats gaat vinden. Maar de uitspraak kan pas 6 weken, of zelfs een half jaar later zijn. Het is een ingewikkeld onderwerp waar politiek overigens ook al veel om te doen is geweest.

Zou dit niet ook politiek geregeld moeten worden?

‘Ja natuurlijk! Maar dat duurt veel en veel te lang. Beleidsmatig is er verschillende keren geprobeerd om hier iets aan te doen. Er zijn allerlei commissies ingesteld als onderdeel van het sociaal akkoord tussen werkgevers en werknemers bij het aantreden van het tweede kabinet Rutte. Daar is een mooi rapport uitgekomen met een verrassend advies. Het stelde namelijk voor om de uitbuiting van het huishoudelijk personeel in de publieke sector, waar deze rechtszaak ook over gaat, in ieder geval te stoppen. Het wilde er voor zorgen dat deze werknemers allemaal gewoon formele rechten hebben.’ 

Maar dat is dus niet gelukt? 

‘Nee, het zou allemaal te veel geld kosten. Het kabinet wees het advies af. Dus dan maar via de juridische weg.’ 

Vind je het spannend om dit via de juridische weg uit te vechten? 

‘Wat een heleboel mensen niet weten, is dat het helemaal niet makkelijk is om te procederen. Het is vaak heel emotioneel belastend. Het gaat je niet in de koude kleren zitten om tegen je eigen werkgever te procederen. Voor mij is het niet emotioneel belastend maar ik vind het natuurlijk wel reuze spannend, dit is de zaak waar we zo lang op hebben gewacht.’ 

Stel dat je dit leest en denkt ‘oh jee, ik heb ook een huishoudelijke hulp in huis’, wat kan je dan nu doen? 

‘Eva Cremers en ik hebben een model arbeidsovereenkomst gemaakt dat online te vinden is. Betaal degene fatsoenlijk, betaal ze door als ze ziek zijn, als jij met vakantie gaat of als ze zelf met vakantie gaan. 

Het is ook mogelijk om jezelf als particulier te verzekeren tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Je zou als werkgever kunnen aanbieden om voor die verzekering te betalen. Als je dit allemaal teveel gedoe vindt, dan kan je er ook voor kiezen om iemand via een schoonmaakbedrijf in te huren.’ 

En niet meer zwart betalen, lijkt mij? 

‘Vriendinnen van mij zeggen ook dat ze hun werkster zwart betalen. Maar de grap is dat dit helemaal niet kan! Het zit zo: elke andere werkgever, zoals bijvoorbeeld horeca ondernemers, moeten loonbelasting inhouden. Maar als particulier werkgever hoeft dat niet voor huishoudelijk personeel. 

Zolang jouw personeel maar op minder dan vier dagen bij jou werkt, hoef je niets in te houden en niemand aan te melden bij de belastingdienst. Er is dus geen wit of zwart betalen: of je het nou handje contantje geeft of niet, er hoeft überhaupt geen belasting ingehouden en afgedragen te worden.’

Tijd om het advies van de commissie op te volgen dus. 

Tijdens de coronacrisis hebben we gezien dat de overheid plots wél diepe zakken heeft. Voor hogere doelen zoals schone lucht blijkt bovendien al jaren veel mogelijk; er is de laatste jaren ontzettend veel geïnvesteerd in belastingvoordelen voor auto’s die minder co2 uitstoten. Allemaal leuk en aardig voor de lease auto rijder, wat overigens bijna alleen maar mannen zijn, maar het op waarde schatten van huishoudelijk personeel zou ook zo’n hoger doel moeten zijn. 

Dan moet Bijleveld ervandoor om boeken te sorteren bij een vriendin van haar. Ik krijg later een mail of ik niet een paar boeken wil hebben voor mijn studie. Zo blijkt ze niet alleen vrijgevig met haar tijd, maar ook met haar kennis. 

Deel dit artikel: