GroenLinks en PvdA kondigden gisteren aan een wetsvoorstel voor te bereiden waarmee het ook voor huisartsen mogelijk wordt met een pil een zwangerschap tot 9 weken af te breken. Vrouwen die ongewenst zwanger zijn hebben dan naast een abortuskliniek of ziekenhuis de keuze om hiervoor naar hun huisarts te gaan. Een goede zaak, omdat hierdoor voor veel vrouwen drempels worden weggenomen in de keuze om een zwangerschap af te breken.

In 2016 werden er door abortusklinieken en ziekenhuizen 30.144 zwangerschappen afgebroken (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd i.o, voorheen IGZ, 2017). Sinds 2000 is er een dalende trend te zien in het aantal abortussen. In vergelijking met andere Europese landen heeft Nederland een laag abortuscijfer. Van de vrouwen die in 2014 een zwangerschap lieten afbreken gebruikte naar eigen zeggen twee derde wel degelijk een anticonceptiemethode, meestal het condoom of de pil. Hierbij ging dus blijkbaar iets mis, of de anticonceptie werd niet goed toegepast (LAR 2016, Rutgers).

Van alle zwangerschapsafbrekingen vindt 70% plaats in de eerste negen weken van de zwangerschap, en ruim de helft in de eerste zeven weken (IGJ, 2016). Tot 9 weken kan een zwangerschap met medicatie worden afgebroken. Nu is het verstrekken van dit medicijn nog strafbaar, tenzij men hier een vergunning voor heeft. Vrouwen kunnen voor dit medicijn op dit moment alleen terecht bij een polikiniek Gynaecologie, waarvoor je een verwijzing van de huisarts nodig hebt, of bij een abortuskliniek. Er zijn momenteel 11 abortusklinieken in Nederland. Het aantal medicamenteuze zwangerschapsafbrekingen in abortusklinieken neemt toe, met name bij zwangerschappen tot 6,5 week (IGJ, 2016).

Met het wetsvoorstel in voorbereiding wordt het voor vrouwen die ongewenst zwanger zijn mogelijk om via de huisarts een medicijn voor vroege zwangerschapsafbreking te krijgen. Voor huisartsen wordt het juridisch mogelijk om het medicijn te verstrekken zonder dat ze hiervoor strafbaar worden gesteld. Het maken van een afspraak bij een abortuskliniek kan voor vrouwen emotioneel extra belastend zijn. De reistijd naar een kliniek maakt het voor vrouwen die ver weg wonen ook lastiger. En dan zijn er soms wachtlijsten bij abortusklinieken. De huisarts is dichtbij, deskundig en vertrouwd. Er zijn vrouwen die liever thuis de uitstoting afwachten, anderen kiezen liever voor medische begeleiding in een abortuskliniek. Met deze wet hebben vrouwen zelf de keuze.

De Nederlandse Vereniging van Huisartsen stelt dat huisartsen de medicatie veilig en verantwoord kunnen voorschrijven. Huisartsen kennen bovendien hun cliënten en hun achtergrond. Begeleiding, nazorg en advies over passende anticonceptie is daardoor beter mogelijk. De huisarts is op dit terrein deskundig en begeleidt vrouwen immers al bij zaken als anticonceptiekeuze, het maken van een keuze bij onbedoelde of ongewenste zwangerschap en geeft nazorg bij miskraam of na een abortus.

Rutgers en Clara Wichmann zijn voorstander van het wetsvoorstel van Groenlinks en de PvdA. Toch zijn er twee punten die met deze initiatiefwet niet veranderen, en die wat ons betreft ook aandacht behoeven. Ten eerste is dat de wettelijke bedenktijd waarmee vrouwen te maken krijgen als ze bij de arts een afspraak maken voor een abortus. Natuurlijk is het van het grootste belang dat vrouwen die onbedoeld zwanger raken goed nadenken of ze een kind willen krijgen of niet. Geen vrouw zal een zwangerschap lichtvaardig opvatten. Echter, de meeste vrouwen die in een vroeg stadium zwanger zijn weten op het moment dat ze naar de huisarts of een kliniek gaan al heel zeker dat ze de zwangerschap willen laten afbreken, en wel zo snel mogelijk. Wettelijk geldt bij een overtijdbehandeling (tot 44 dagen na de laatste menstruatie) geen bedenktijd, maar die blijkt in de praktijk wel vaak te worden gehanteerd. Die bedenktijd is voor deze vrouwen een onnodige kwelling. Als je in de achtste week van de zwangerschap (4 weken over tijd) besluit om deze af te breken geldt wel de verplichte 5 dagen bedenktijd. Als je na die 5 dagen op 9 weken zwangerschap zit moet de zwangerschap operatief, via een curettage, worden afgebroken. Emotioneel en lichamelijk veel ingrijpender. Slechts 13% van de vrouwen in ziekenhuizen en 20% van de vrouwen in klinieken vond de bedenktijd van 5 dagen prettig, blijkt uit de evaluatie van de Wet Afbreking Zwangerschap in 2005. Rutgers en Clara Wichmann pleiten voor een flexibele bedenktijd; zo lang als nodig is om in het individuele geval een weloverwogen besluit te nemen.

Een ander essentieel en principieel punt is dat alleen de medicamenteuze afbreking wordt uitgezonderd van strafbaarstelling. De abortus als zodanig wordt nog steeds door het strafrecht beheerst. Hiermee zet de overheid onnodig het zwaarste rechtsmiddel in dat ze heeft, houdt abortus de schijn van criminaliteit om zich, en blijft het taboe in stand. Sinds 1981 hebben we in Nederland wettelijk het recht op abortus. De abortushulpverlening is in Nederland goed geregeld, maar in de praktijk belemmeren wettelijke bepalingen nog steeds de vrije, onbelemmerde keuze van vrouwen. We begrijpen echter dat met de huidige politieke verhoudingen naar een compromis gezocht moet worden. Daarom ondersteunen wij dit wetsvoorstel, ook in deze vorm, van harte.

Ton Coenen, directeur Rutgers
Anniek de Ruijter, voorzitter Clara Wichmann

Deel dit artikel: