Vorige week verscheen er een brief van Fiom, gericht aan moeders, vaders, kinderen en anderen die in de jaren 50 tot 80 betrokken waren bij de gedwongen afstand van kinderen in Nederland.  

De brief is een bouwsteen in het bewijs dat er onjuist is gehandeld door meerdere instellingen in Nederland. Ook is het een eerste stap richting volwaardige excuses vanuit het FIOM aan de betrokkenen. Tegelijkertijd roept de brief vragen op. Fiom benadrukt een gebrek aan steun in het verleden, maar blijft terughoudend in het benoemen van haar eigen rol in het proces van gedwongen afstand. In veel gevallen ging het niet alleen om een gebrek aan hulp, maar ook om actieve druk op jonge vrouwen om hun kind af te staan. Dit is een pijnlijk en essentieel onderdeel van de geschiedenis, dat in de brief onvoldoende (tot niet) wordt erkend. 

Weinig betrokkenen zelf, moeders, vaders en kinderen, lijken te zijn geraadpleegd bij het opstellen van deze excuses. Met enkele betrokkenen is contact gezocht, maar met hun input is in de uiteindelijke versie van de brief weinig gebeurd. Het opnemen van input van betrokkenen zou hebben bijgedragen aan een diepere boodschap en aan het herstel van vertrouwen bij degenen die direct geraakt zijn.  

Het publiceren van de brief zonder verdere uitleg of aandacht is een gemiste kans. Erkenning en excuses vragen om meer. Het gaat niet alleen om woorden, maar om daden: volledige openheid over het verleden, samenwerking met de betrokkenen, en concrete acties die bijdragen aan herstel en gerechtigheid. Alleen zo kan Fiom een geloofwaardige bijdrage leveren aan de erkenning wat er in deze tijd is gebeurd. 

Deel dit artikel: