Afgelopen zaterdag (21-09-2024) publiceerden de Special Rapporteur on violence against women and girls van de Verenigde Naties, Reem Alsalem, en de Special Rapporteur on the promotion of truth and justice, Bernard Duhaime, een brief aan de Nederlandse Staat. In deze brief wordt de Nederlandse Staat aangesproken op haar houding tegenover de ongehuwde “afstandsmoeders” die tussen 1956 en 1984 tegen hun wil in hun kind af moesten staan. Aanleiding voor deze brief is onder andere de rechtszaak die wordt gevoerd door Bureau Clara Wichmann en Trudy Scheele-Gertsen tegen de Nederlandse Staat. Volgens Bureau Clara Wichmann geeft de brief een belangrijk signaal af aan de Staat om hun verantwoordelijkheid te nemen tegenover de afstandsmoeders.   

Afstandsmoeders 

Van 1956 tot 1984 werden tussen de 13.000 en 20.000 ongehuwde vrouwen en meisjes, waaronder Trudy Scheele-Gertsen, onder druk gezet om hun kind af te staan. De Raad voor de Kinderbescherming had deze moeders moeten bijstaan en voorlichten over hun rechten, maar deed in veel gevallen het tegenovergestelde. Dit heeft bij de vrouwen en meisjes, hun kinderen en omgeving groot leed veroorzaakt.  

Brief aan de Nederlandse Staat 

De VN Special Rapporteurs vragen de Nederlandse Staat om opheldering over hun rol bij de gedwongen afstand van de afstandsmoeders en hun kinderen tussen 1956 en 1984. Ook verzoeken ze de Staat om toelichting te geven over de maatregelen die worden getroffen om genoegdoening te bieden aan de afstandsmoeders. In dit kader roepen de VN Special Rapporteurs de Staat op om een uitzondering te maken op de verjaringstermijn*. De Staat heeft nog geen reactie gegeven op deze brief**. 

Rechtszaak in hoger beroep 

Bureau Clara Wichmann zet zich al langer in voor de Nederlandse afstandsmoeders. Samen met Trudy Scheele-Gertsen is Bureau Clara Wichmann in 2020 een rechtszaak gestart tegen de Nederlandse Staat. Ze eisen erkenning voor het onrechtmatig handelen van de Raad voor de Kinderbescherming, en daarmee de Staat, jegens de afstandsmoeders. In januari 2022 heeft de rechtbank helaas geoordeeld dat de Raad voor de Kinderbescherming niet structureel juridisch verwijtbaar gehandeld heeft. Hiertegen zijn Bureau Clara Wichmann en Trudy Scheele-Gertsen in hoger beroep gegaan.  

De zitting in hoger beroep vindt plaats op 21 oktober 2024 om 13:30 bij het Gerechtshof Den Haag (adres: Prins Clauslaan 60, 2595 AJ Den Haag). De zitting is openbaar.  

Lisa-Marie Komp, van advocatenkantoor Prakken d’Oliveira, vertegenwoordigt in deze procedure Trudy Scheele-Gertsen en Bureau Clara Wichmann. Namens advocatenkantoor Stibbe staan Branda Katan, Ivar Koudstaal, Laurence van ’t Hoff en Jeltje Straatman Bureau Clara Wichmann Pro Bono bij. 

Lees de volledige brief

 

* Verjaringstermijn: Dit is de wettelijk vastgestelde periode waarna een juridische claim of recht op schadevergoeding niet meer kan worden ingediend. Na het verstrijken van deze termijn kan de vordering niet meer juridisch worden afgedwongen.

**Update 1/10: De Staat heeft reactie gegeven op de brief en deze is sinds 1 oktober 2024 publiekelijk. Lees de reactie

Deel dit artikel: