De overheid heeft nieuwe verplichtingen opgelegd aan het ‘Nu Niet Zwanger’-project. Deze verplichtingen komen grotendeels tegemoet aan de eisen van Bureau Clara Wichmann en het NJCM.
Met het Nu Niet Zwanger-project van de GGD worden “kwetsbare personen” (in de praktijk vooral vrouwen) actief door hulpverleners benaderd om het te hebben over hun kinderwens. Het programma is er op gericht om “kwetsbare vrouwen” die niet zwanger willen worden te helpen, door verstrekking van anticonceptie zoals de ‘prikpil’. Kwetsbaarheid wordt in de context van dit project geformuleerd als een combinatie van problemen rond, onder andere, psychische ziektes, drugsverslaving, schulden, een verstandelijke beperking of ongedocumenteerd zijn.
Bij Bureau Clara Wichmann en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) bestonden grote zorgen over de vraag of de mensenrechtelijke en vrouwenrechtelijke waarborgen wel voldoende meegenomen waren in dit project: wie worden aangemerkt als kwetsbaar? Is er ook voldoende ruimte om “nee” te zeggen tegen iemand die vanuit de overheid langskomt? Is er voldoende rekening gehouden met privacy en met het recht op zelfbeschikking?
De organisaties zagen deze waarborgen niet terug in het project, en ook niet in de subsidietoekenning vanuit de rijksoverheid (waarmee het project landelijk uitgerold kon worden).
Nadat verschillende gesprekken en het opsturen van een wetenschappelijk rapport met daarin de relevante mensenrechten en vrouwenrechten niet tot verandering leidden, zagen Bureau Clara Wichmann en het NJCM geen andere mogelijkheid dan het voeren van een procedure. Deze procedure richtte zich tegen de subsidietoekenning. De twee organisaties werden daarin bijgestaan door toegewijde advocaten van het kantoor Stibbe, die de zaak pro bono voerden, en door het PILP-NJCM, het onderdeel van het NJCM dat ziet op strategisch procederen voor mensenrechten.
De procedure heeft deze zomer tot een mooi inhoudelijk resultaat geleid. Volgens de minister kan inderdaad de mogelijkheid bestaan dat een vrouw zich gedwongen voelt om het antwoord te geven dat ze verwacht dat de professional wil horen. Dit mag natuurlijk nooit gebeuren, want dat komt neer op het indirect uitoefenen van dwang door de overheid in de zeer persoonlijke aangelegenheid van een kinderwens.
De overheid heeft daarom nieuwe verplichtingen opgelegd aan het project ‘Nu Niet Zwanger’, waaronder:
- de verplichting dat er specifieke aandacht komt voor het mensenrechtelijk kader in opleiding, kader en intervisie voor alle betrokkenen bij het project;
- een toegankelijk en breed bekend klachtenmeldpunt voor de deelnemers; en
- een verplichte training met aandacht voor het mensenrechtelijk kader voor de professionals die de gesprekken voeren.
Deze verplichtingen komen grotendeels tegemoet aan de eisen van Bureau Clara Wichmann en het NJCM. De organisaties zijn dan ook blij met dit resultaat en zien het als een mooi voorbeeld van hoe strategisch procederen tot resultaten kan leiden die er met het enkel voeren van gesprekken of vragen van (media)aandacht niet konden worden verwezenlijkt. De twee organisaties zullen het ‘Nu Niet Zwanger’-project kritisch blijven volgen.