Tot 1 juli 2014 werden Nederlanders die hun geslachtsregistratie wilden wijzigen verplicht een sterilisatie en andere vergaande lichamelijke wijzigingen te ondergaan. Deze eisen, die destijds in het Burgerlijk Wetboek stonden, waren in strijd met fundamentele mensenrechten. Dat stellen initiatiefneemster Willemijn van Kempen, Bureau Clara Wichmann, Transgender Netwerk Nederland (TNN), Nederlandse organisatie voor seksediversiteit (NNID) en andere individuele gedupeerden.
Tussen 1985 en 2014 moesten mensen die hun geslachtsregistratie wilden wijzigen eerst geslachtsaanpassende operaties en onomkeerbare sterilisatie ondergaan. Deze operaties waren medisch niet noodzakelijk maar wel wettelijk verplicht. Met grote gevolgen voor de mensen bij wie op de geboorteakte een verkeerd geslacht was opgetekend.
“De staat heeft mij mijn vruchtbaarheid afgepakt,” zegt Willemijn van Kempen, die het initiatief heeft genomen om samen met belangenorganisaties en andere gedupeerden een gesprek met de overheid hierover aan te gaan. Zij had dolgraag samen met haar vrouw kinderen willen krijgen. Maar toen ze in de jaren 1990 in transitie ging, moest ze kiezen tussen vruchtbaarheid of een V in haar paspoort. De mogelijkheid om genetisch materiaal te bewaren kreeg ze niet.
Sinds 1995 zijn ruim 1200 transgender en intersekse mensen hiervan het slachtoffer geworden.* Van 1985 tot 2014 waren sterilisatie en andere vergaande lichamelijke aanpassingen namelijk harde voorwaarden voor wijziging van de geslachtsregistratie. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelde in 2017 over vergelijkbare wetgeving in Frankrijk dat die in strijd was met fundamentele mensenrechten. De medische behandelingen waren immers verplicht en konden niet gelden als ‘vrijwillig’, want zonder die behandelingen konden de personen in kwestie hun geslachtsregistratie niet wijzigen.
Diep leed
Volgens vrouwenrechtenorganisatie Bureau Clara Wichmann werden mensen voor een onmogelijke keuze gesteld. Ze konden weliswaar kiezen voor verbetering van hun kwaliteit van leven, maar tegen een veel te hoge prijs. “Deze wetgeving heeft diep leed veroorzaakt bij transgender en intersekse personen,” zegt Santi van Toorn van Bureau Clara Wichmann. “Het wordt tijd dat de overheid dit erkent en hierin haar verantwoordelijkheid neemt.”
Van Kempen wilde enkel als vrouw verder leven en was overgeleverd aan de wet. “Het was daarna een lange weg me te bevrijden van het idee dat ik geen kinderen hoorde te krijgen”. “Terugkijkend zie ik hoe vernederend en beschadigend het was dat de staat bepaalde wie een ouder mag zijn. Alsof je als trans persoon geen goede ouder kan zijn.”
Onethisch
Van Kempen, Bureau Clara Wichmann, TNN, NNID en andere gedupeerden stellen dat de eisen van sterilisatie en andere lichamelijke aanpassingen in strijd waren met internationale verdragsbepalingen en rechtsbeginselen. De Nederlandse Staat heeft onrechtmatig gehandeld door die eis in te voeren en te handhaven, vinden de organisaties. Daarom hebben zij de Staat aansprakelijk gesteld voor het leed en eisen ze publieke erkenning en een passende compensatie voor de gedupeerden.
Het Zweedse parlement heeft in 2018 zelf verantwoordelijkheid genomen en een compensatieregeling ingesteld. Volgens TNN-voorzitter Brand Berghouwer is het belangrijk dat Nederland eenzelfde signaal afgeeft, en publiekelijk erkent dat de sterilisatie-eis mensenrechten heeft geschonden. “Bovendien,” zo stelt hij, “kan Nederland ook als voorbeeld dienen voor landen waar de sterilisatie-eis nog steeds geldt, zoals bijvoorbeeld Finland.”
Aansprakelijk
Van Kempen, Bureau Clara Wichmann, TNN, NNID en de andere individuele gedupeerden hopen dat Nederland het voorbeeld van Zweden volgt. Zij hebben de Staat nu aansprakelijk gesteld en verzocht om op korte termijn in overleg te treden. “Mensen moeten weten dat dit is gebeurd,” zegt Van Kempen. “Nederland zou juist vanwege haar internationale inzet voor de bescherming van mensenrechten ook eerlijk moeten zijn over de eigen gemaakte fouten; én daar verantwoordelijkheid voor nemen.”
*De voorwaarden zijn ingegaan in 1985, data over mensen die van geslacht veranderen is bekend vanaf 1995 ivm het invoeren van de BRP.