Op 31 augustus vond de zitting plaats over het behoud van de meisjesnaam na scheiding voor vrouwen met een migratie-achtergrond. Kern van de zaak: is het heffen van leges in strijd met de positieve verplichting van de staat een belemmering voor effectuering van een mensenrecht?

De advocaat in deze zaak, mr. H. Lichteveld, betoogde dat er jurisprudentie was van de EHRM (Europese Hof voor de Rechten van de Mens) in soortgelijke zaken (GR tegen NL), waar de staat de leges voor verblijfsvergunningen diende aan te passen. Dit is wel een andere, maar vergelijkbare kwestie.

Verder betoogde zij dat hanteren van één bedrag voor iedereen en kostendekkendheid van de leges disproportioneel is, gezien de simpele administratieve procedure.

“Door de hoge kosten worden vrouwen belemmerd om na echtscheiding hun meisjesnaam weer te kunnen aannemen. De Sociale Dienst biedt geen uitweg: de aanvraag van cliënte werd afgewezen. Bijzondere bijstand is afhankelijk van gemeentelijk beleid en het systeem dat bij Dienst Justis wordt gehanteerd heeft geen uitzondering voor bijzondere gevallen”, aldus mr. Lichteveld.

Daarnaast werd de vertegenwoordiger van de minister ondervraagd over de vrijstellingsmogelijkheden van het betalen van leges.

Uitzondering

Er bestaat momenteel slechts een groep die vrijgesteld is van het betalen van leges: slachtoffers van geweld. De rechtbank vroeg zich af waarom de minister van rechtsbescherming geen gebruik heeft gemaakt van zijn discretionaire bevoegdheid om, voor situaties waarin de burger niet in staat is de leges te voldoen, een uitzondering te maken? Als leges niet betaald worden, dan wordt de aanvraag namelijk niet behandeld.

Concreet: Wat doet de minister als burgers vanwege de financiële drempel hun recht niet kunnen effectueren?

Trekt de minister zich daar iets van aan? De vertegenwoordiger van de minister beantwoordde deze vraag als volgt: “de minister gaat ervan uit dat het op een andere manier gebeurt”. Echter, feitelijk is er geen andere manier! Een vergelijking met het griffierecht pakte ook positief uit voor cliënte. Daar is namelijk wel een beroep op betalingsonmacht mogelijk.

Het blijft spannend wat de uitspraak van de rechtbank zal zijn! Eind november weten we meer.

 

Deel dit artikel: