Bij de herstelperiode van het borstkanker moet een verzekeringsarts rekening houden met de persoonlijke klachten van patiënt. Dit gebeurt lang niet altijd terwijl het wel staat voorgeschreven in het protocol. Bureau Clara Wichmann ondersteunde een rechtszaak om naleving van het protocol te verzekeren.
Het Bureau heeft deze aanvraag toegekend omdat er nog geen grensverleggende jurisprudentie is inzake de toepassing van de verzekeringsgeneeskundige protocollen in het algemeen en van het protocol borstkanker in het bijzonder.
In deze zaak ging het om de vraag of het protocol van de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) adequaat wordt toegepast bij de herstelperiode die voor borstkanker staat. Dit protocol is als toetsingskader door de Gezondheidsraad opgesteld. De kernboodschap van het hier bedoelde protocol is dat de verzekeringsarts in beginsel aan moet sluiten bij de ervaring en de klachten van de patiënt. Indien blijkt dat aan het einde van de wachttijd in de WIA sprake is van stagnatie van het herstel, zal de verzekeringsarts een analyse moeten maken van de oorzaak van de stagnatie en daarbij te rade moeten gaan bij de behandelaars. Dit was in deze zaak niet gebeurd. De beoordeling hangt natuurlijk mede af van de individuele omstandigheden.
De zaak is uiteindelijk tot een schikking gekomen.