Op grond van de zogeheten Regeling dienstverlening aan huis hebben werknemers die werken in een particulier huishouden op gemiddeld minder dan vier dagen per week, geen recht op een uitkering bij ziekte en werkloosheid, maar zes weken recht op doorbetaling bij ziekte en nauwelijks ontslagbescherming. Bureau Clara Wichmann (BCW) is van mening dat deze regeling discriminerend is voor vrouwen, omdat werk in particuliere huishoudens voor meer dan 90% door vrouwen wordt verricht. BCW probeert daarom al langere tijd, samen met de VVR (Vereniging voor vrouw en recht), de Regeling aan te vechten.  

Op 30 maart 2023 leidde dit tot een baanbrekende uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin deze oordeelde dat de Regeling tot een verboden discriminatie leidt waar het gaat om vrouwen die op basis van een persoonsgebonden budget (pgb) voor een zorgbehoevende zorgen, mits dit werk wordt gedaan op basis van een arbeidsovereenkomst. Dit is een mooie mijlpaal. De uitspraak geldt echter niet zonder meer voor de grote groep huishoudelijk werkenden, die niet met overheidsgeld worden betaald zoals bij het pgb, maar door het huishouden/de werkgever zelf. Daaronder vallen met name schoonmakers en huishoudelijke hulpen, maar ook privaat betaalde werknemers, zoals oppassen en nanny’s. 

Eén van deze huishoudelijk werkenden, Eveline, heeft besloten haar zaak voor te leggen aan de rechter. Eveline werkte als huishoudelijke hulp bij zeven verschillende huishoudens op vijf dagen per week. Op enig moment is zij uitgevallen als gevolg van longklachten. Zij is toen eerst minder gaan werken in de hoop dat zij het werk dan wel nog aan zou kunnen, maar toen dat ook te zwaar bleek, heeft zij een Ziektewetuitkering aangevraagd bij het UWV. Deze is haar geweigerd onder verwijzing naar de Regeling dienstverlening aan huis. Eveline werkte namelijk wel vijf dagen per week, maar niet bij hetzelfde huishouden, zoals de Regeling eist. Eveline heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het UWV en, toen dit werd afgewezen, beroep ingesteld bij de rechtbank. Eveline wordt bijgestaan door advocate Juliet Diekerhof van CMS Advocaten. 

BCW ondersteunt de zaak van Eveline en daarmee ook die van andere huishoudelijk werkenden, omdat zij van mening is dat deze groep werkenden dezelfde rechten dient te hebben als alle andere werknemers. 

17 april 2025

Op 17 april 2025 heeft de rechtbank Eveline in het gelijk gesteld. De rechtbank stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat het niet toekennen van een Ziektewetuitkering aan mensen die op gemiddeld minder dan vier dagen in hetzelfde huishouden werken, indirect discriminerend is, omdat dit vooral vrouwen treft. Voor deze discriminatie is geen rechtvaardiging. Het UWV heeft niet kunnen bewijzen dat de regeling nodig is om zwartwerken terug te dringen of om de werkgelegenheid te bevorderen. Bovendien zijn er meer manieren om ongedocumenteerd huishoudelijk werk tegen te gaan en de andere beleidsdoelen te bereiken. De rechtbank vindt dan ook dat de regeling die huishoudelijk werk uitzondert van de Ziektewet, in dit geval niet mag worden toegepast. Dat betekent dat Eveline wel verzekerd was voor de Ziektewet. 

Lees de volledige uitspraak

Deel dit artikel: