6 maart 2025

Op 6 maart vond de zitting bij het College voor de Rechten van de Mens plaats:

De Nederlandse Staat blijft weigeren vrouwelijke rechters te compenseren voor jarenlang misgelopen salaris, ondanks aantoonbare loondiscriminatie. Tijdens de zitting bij het College voor de Rechten van de Mens hield de Staat vol dat de invoering van een nieuw inschalingsbeleid op 18 juli 2024 voldoende is om verdere ongelijkheid te voorkomen. Maar voor de vele vrouwelijke rechters die vóór 1 juli 2023 zijn ingestroomd, verandert er niets. Vrouwelijke rechters en officieren van justitie verdienen al decennia minder dan hun mannelijke collega’s, met een verschil tot 10% per jaar. 

De overheid stelt dat het oorspronkelijke inschalingssysteem – waarin ‘laatstverdiend salaris’ bepalend was voor inschaling – niet onrechtmatig was, en dat zij niet verplicht is om terugwerkende correcties door te voeren.  

Maar volgens Bureau Clara Wichmann en de advocaten van de vrouwelijke rechters is dit een vals argument. Volgens het onderzoeksrapport van Erasmus Q-Intelligence is het beloningsverschil bij rechters in opleiding 3,5% tot 10% per jaar. In individuele gevallen liep dit op tot duizenden euro’s per jaar minder salaris. Het Bureau benadrukt dat de overheid bedrijven verplicht om beloningsdiscriminatie te corrigeren, maar zichzelf niet aan diezelfde maatstaf houdt. 

Strafrechter van rechtbank Noord-Nederland en mede-eiseres in de zaak, Marlies Spooren, stelt: ‘’Helaas toont deze zaak aan dat het recht op gelijk loon voor gelijk werk nog onvoldoende gewaarborgd is in onze samenleving zelfs niet binnen onze eigen overheid. Met deze procedure hoop ik andere vrouwen de steun te geven zich over dit onderwerp uit te spreken om zo loondiscriminatie tegen te gaan.’’ 

“Het is een principekwestie,” zegt Marlies Vegter, jurist bij Bureau Clara Wichmann. “De overheid wil vooruitkijken, maar niet achterom. Terwijl het probleem al jarenlang bekend was en in 2023 ook zwart-op-wit is erkend, wordt niets gedaan voor de vrouwen die jarenlang minder verdienden.” 

Binnen de rechterlijke macht is brede steun voor gelijke beloning. De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak heeft zich herhaaldelijk uitgesproken voor compensatie en waarschuwt dat het huidige beleid nog steeds ruimte laat voor willekeur in inschaling. Gerechtsbesturen mogen namelijk nog steeds afwijken van het beleid, waardoor discriminatie ook in de toekomst kan blijven bestaan.  

Eline Groenendaal, strafrechter op Bonaire en mede-eiseres in de zaak, benadrukt: “Deze zaak gaat over rechtvaardigheid. Wij vrouwen werden, en worden nog steeds, ongelijk beloond in de rechtspraak. En ik vind het ongelooflijk dat de staat dat niet erkent, en niet uit zichzelf er juist alles aan wil doen om dat recht te zetten. Wat voor voorbeeld geef je dan?” 

Advocaten Astrid Helstone en Fiona Stewart van Stibbe: 

“Wij zien het oordeel van het College met vertrouwen tegemoet. Compensatie voor de loondiscriminatie die heeft plaatsgevonden is nu onvermijdelijk, urgent en noodzakelijk. Een oordeel van het College is wat ons betreft een eerste stap naar een passende compensatieregeling voor alle vrouwelijke rechters en officieren die nadeel hebben ondervonden van het inschalingssysteem.” 

Het is nog niet bekend wanneer het College voor de Rechten van de Mens uitspraak doet.

3 juli 2024

Vrouwelijke rechters en officieren in Nederland krijgen structureel minder betaald dan hun mannelijke collega’s. Bureau Clara Wichmann wijst de Staat hier al jaren op en heeft de Staat hiervoor vandaag opnieuw aansprakelijk gesteld. Als de Staat op korte termijn niet aan hun bezwaren tegemoet komt, dienen rechters en Bureau Clara Wichmann een klacht in bij het College voor de Rechten van de Mens.

Ongeveer 60% van de ca. 2.700 rechters in Nederland is vrouw. De ruim 1.620 vrouwelijke rechters zijn dus in de meerderheid. Al decennia krijgen vrouwelijke rechters en officieren van justitie in Nederland echter gemiddeld minder betaald dan hun mannelijke collega’s. Dit verschil in beloning varieert van 3,5% tot bijna 10%, dus tot ruim een maandsalaris per jaar minder. Dit komt door willekeur en het inschalingsbeleid. Door dit systeem wordt in de samenleving bestaande ongelijkheid tussen vrouwen en mannen in stand gehouden en doorgezet binnen de rechterlijke macht.

Dit probleem wordt al sinds 2018 bij de Staat aangekaart. Ondanks dat onafhankelijk onderzoek bevestigt dat er een significant beloningsverschil bestaat tussen vrouwelijke en mannelijke rechters, er meermaals gesprekken zijn gevoerd door rechters, de Nederlandse Vereniging voor de Rechtspraak en Bureau Clara Wichmann met de Staat, is het beloningsbeleid nog niet aangepast. Ook weigert de Staat tot op heden de vrouwelijke rechters en officieren van justitie te compenseren voor gemist inkomen.

        Marlies Vegter, jurist bij Bureau Clara Wichmann: “Hier is sprake van een duidelijk verboden onderscheid op basis van geslacht. Het is juist de taak van de Staat om discriminatie tegen te gaan en een voorbeeldrol in te nemen als het gaat over gelijke beloning op de werkvloerDit is niet alleen in het belang van vrouwelijke rechters, maar juist in het belang van de rechtspraak en voor de samenleving.”

Dat Bureau Clara Wichmann namens haar achterban overgaat tot het aansprakelijk stellen van de Staat ziet zij als haar plicht. Als mensen niet gelijk behandeld worden, moet dat als een urgent probleem worden aangepakt. Ongelijke behandeling raakt mensen in hun kern. Bovendien zouden zij willen dat de Staat het goede voorbeeld geeft. Wie iets verkeerd doet, moet dat rechtzetten. Rechters vragen dat dagelijks van mensen, en nu ook van de eigen organisatie. Bovendien draagt ongelijke behandeling binnen de rechterlijke macht niet bij aan het vertrouwen in de rechtstaat.

            Fiona Stewart, advocaat bij Stibbe, het advocatenkantoor dat Bureau Clara Wichmann bijstaat: “Met deze sommatiebrief geeft Bureau Clara Wichmann de Staat twee weken de tijd om toe te zeggen dat er op heel korte termijn een nieuw beloningsbeleid en een goede compensatieregeling komen. Zo niet, dan zal over worden gegaan tot het indienen van een klacht bij het College voor de Rechten van de Mens op basis van verboden onderscheid op basis van geslacht.”

De twee rechters en Bureau Clara Wichmann worden bijgestaan door advocaten mr. Fiona Stewart en mr. Astrid Helstone​​​​ van Stibbe.

Deel dit artikel: