Vandaag deed de Rechtbank Rotterdam uitspraak in de zaak over de rechtspositie van huishoudelijk werkers, specifiek de positie van PGB zorgverleners. In 2020 stapte Carol Kollmann met steun van Bureau Clara Wichmann en de Vereniging voor Vrouw en Recht naar de rechter. Kollmann werkte als thuishulp voor een oudere vrouw, die daarvoor een Persoonsgebonden Budget (PGB) kreeg. Toen de vrouw naar een verzorgingstehuis ging, kwam Kollmann zonder werk te zitten. Bij het UWV kwam zij erachter dat ze geen recht bleek te hebben op een WW-uitkering omdat zij zou vallen onder de ‘Regeling dienstverlening aan huis’.

De rechter oordeelde dat Kollmann wel recht heeft op deze WW-uitkering, en dat de Regeling dienstverlening aan huis ervoor zorgde dat zij werd gediscrimineerd ten opzichte van andere werknemers. De uitspraak heeft mogelijk grote gevolgen voor de tienduizenden PGB zorgverleners die nu geen sociaal vangnet hebben.

Regeling dienstverlening aan huis

 Carol Kollmann is niet alleen in deze zaak. Rond de 30.000 andere PGB zorgverleners hebben nu nauwelijks een sociaal vangnet door de Regeling dienstverlening aan huis. Omdat de meeste mensen die onder deze regeling werken vrouw zijn, zorgt de regeling voor ongelijke behandeling van vrouwen. Door deze regeling bouwen huishoudelijk werkers die werken op basis van een PGB nu geen WW en andere sociale zekerheidsrechten op. De regeling was ooit bedoeld om particulieren met een hulp in de huishouding van administratie te ontlasten, maar werd al lange tijd volop ingezet om met publiek geld betaalde zorgverleensters een slechtere rechtspositie te geven dan alle andere werknemers.

We zijn ontzettend blij met deze uitspraak, eindelijk erkenning van de rechter voor de duizenden vrouwen in de huishoudelijke dienstverlening en in de zorg, dat het inderdaad gewoon discriminatie was omdat ze door deze Regeling dienstverlening aan huis ongelijk behandeld werden voor wat betreft hun recht op bestaanszekerheid.”

– Sarah Jeddaoui, juridisch medewerker bij Bureau Clara Wichmann

De rechtbank oordeelt nu dat er geen rechtvaardiging voor is dat PGB zorgverleners onder de Regeling dienstverlening aan huis vallen. De Commissie Kalsbeek had in 2014 al geconcludeerd dat in elk geval de met publiek geld bekostigde zorgrleners (en ook gastouders) niet onder de regeling zouden moeten vallen.”

– Leontine Bijleveld, voorzitter Vereniging voor Vrouw en Recht

Meer achtergrond

Deel dit artikel: